« Naar archief 2009 (okt) | |
29 september 2009, Sahara
Na Essaouira zijn we in 1 nacht naar Agadir gevaren. Daar is een goeie bewaakte marina, waar we de boot 10 dagen achterlaten om samen met de Pjotters een reis door Marokko te maken. 24 september zijn we ’s ochtends vroeg vertrokken in twee 4x4s (voor de liefhebbers: Toyota Landcruiser en Nissan Patrol). Elke auto heeft een chauffeur: Hassan en Mohammed. Ze zijn supervriendelijk, heel lief voor de kindjes en rijden heel erg goed. De eerste dag is een lange reisdag, inclusief koffie- en lunchstop doen we er 8 uur over. We rijden naar Ouarzazate, waar we in een prima hotel slapen en onze gids, Brahim, ontmoeten. Alles gaat hier eigenlijk altijd in het Frans, maar Brahim spreekt naast Frans ook goed Engels. De volgende dag rijden we door de prachtige Draa vallei naar Zagora, maar we maken een lunchstop in een Kasbah vlakbij Agdz. Om daar te komen gaan we voor het eerst ‘off road’. Een 4x4 is hier geen overdreven auto! De Kasbah is prachtig en we lunchen heerlijk bij ‘Chez Jacob’, een restaurant in de Kasbah. Er is geen steen aan te pas gekomen, het hele gebouw is opgetrokken uit klei. We hebben een fantastisch uitzicht over het schitterende variërende landschap. Ineens wordt de lucht boven de bergen pikzwart en horen we het rommelen. Ongelofelijk, we zijn in de woestijn en het regent hier ca. 5 dagen per jaar en wij maken het mee! Het onweert en regent flink en na de lunch moeten we hard doorrijden, want de makkelijke route voert voor een deel via een droogliggende rivierbedding en die kan binnen zeer korte tijd volstromen. We redden het gelukkig op tijd en in een ware zandstorm rennen we van de auto het hotel in. Dit hotel heeft gelukkig een iets ruimere kamer dan het vorige en er is zelfs een bad, dus de kindjes genieten ervan om eindelijk weer eens in bad te spelen. Rosa slaapt gewoon bij ons op de kamer, dus dan is zo’n hotelkamer snel gevuld met spullen en bedden. Zaterdagochtend gaan we eerst naar een winkeltje van een vriend van Brahim, waar we allemaal, ook de kleintjes, een heuse tulband aangemeten krijgen! Indigoblauw is eigenlijk de traditionele kleur in de woestijn en zwart en wit zijn ook traditionele kleuren, maar andere kleuren zijn ook verkrijgbaar. Dan gaan we echt richting woestijn. Onderweg stoppen we op een mooie uitzichtplek en er komen mannen naar ons toegesneld met Kameleons en Leguanen. Je mag ze vasthouden en dan verwachten ze natuurlijk een beloning. Mees vindt het schitterend en wil de kameleon, die op z’n t-shirt zit eigenlijk mee naar huis nemen, totdat hij probeert om in z’n nek te klimmen…
Nu gaan we echt heel erg ‘off road’. We rijden gewoon door het landschap, waar geen andere autosporen te bekennen zijn. Onze chauffeurs en gids (inmiddels is dat Mohammed, de broer van Brahim) hebben geen gps bij zich, het lijk onmogelijk, maar ze weten de weg. Overigens is er wel, ter voorbereiding op het tweedaags bezoek van de koning afgelopen jaar, een compleet mobiel netwerk in dit deel van de Sahara neergelegd, zodat je bizar genoeg overal in de woestijn perfect bereik hebt!
Onderweg komen we langs een waterpomp, waar een man zijn ca. 20 kamelen water geeft. De waterpomp doet het allang niet meer, dus hij tilt steeds een loodzware tot emmer omgebouwde jerrycan naar boven. De kamelen drinken 1 keer per week per stuk ongeveer
Onze eerste kampeerplek heet Chigaga, naar een vis die ooit leefde in het meer dat hier ooit was. Het landschap is prachtig. Zover je kunt kijken zijn er overal zandduinen. Er groeit bijna niks, af en toe een graspol en, heel bizar, omdat het gisteren geregend heeft, af en toe een klavertje vier! Aan de horizon zien we het gebergte dat de grens met Algerije aangeeft. Het is zo’n 36 graden Celsius overdag, dus op het midden van de dag blijven we zoveel mogelijk in de schaduw. Later op de dag koelt het snel af en spelen de kindjes met heel veel plezier in de zandduinen. We slapen in speciaal voor ons opgezette dicht-ritsbare tentjes en er liggen opgemaakte bedjes in met warme dekens, want het kan ’s nachts heel koud zijn. We drinken ’s avonds ‘Berber whiskey’ (muntthee…) onder de sterrenhemel en genieten van de stilte om ons heen. We proberen tevergeefs Rosa te koppelen aan de derde Mohammed van ons gezelschap, de kok, die overigens bijzonder lekker kan koken!
De volgende ochtend maken we een ritje op kamelen. Ze hebben het hier steeds over ‘kamelen’ (‘camels’ of ‘chameaux’), maar eigenlijk zijn het allemaal dromedarissen en komen er in Marokko helemaal geen kamelen voor. Mees zit bij mij op de kameel en Pieter bij Adam. Rosa heeft gelukkig geen kind bij zich, want haar kameel begint halverwege ineens enorm te bokken! Rosa kan zich ternauwernood vastgrijpen en wordt door de kamelenbaas weer op haar zadel teruggeduwd, maar houdt hier wel een flinke bult op haar scheenbeen aan over. Voor de kindjes is zo’n uur op een kameel, buiten het avontuur met Rosa, een beetje lang. Pieter wrong zich uiteindelijk in allerlei bochten en Adam kon gelukkig voorkomen dat hij van de kameel af viel.
Vervolgens reden we naar een oase. De oase heeft een piepkleine bron met heel veel kikkertjes en een paar bloedzuigers. Daarna vervolgen we onze weg naar de volgende kampeerplek: Erg Laloudi. Onderweg rijden we een stuk door mul zand en de beide chauffeurs genieten er zichtbaar van. Adam baalt dat hij niet mag rijden. Ze rijden flink door, want als je stil komt te staan, kom je niet zomaar meer weg. Hassan grijnst van oor tot oor en loodst ons er perfect doorheen.
Erg Laloudi is prachtig en weer anders dan onze eerste kampeerplek. Er zijn meer bomen en struikjes tussen het zand. ’s Middags doen de kindjes een poging om te slapen, maar op een gegeven moment zie ik een klein blond jongetje in z’n rompertje door het zand lopen… Pieter is uit z’n bedje geklommen! De kindjes spelen in de schaduw tot een uur of 16:30 uur. Dan is het voldoende afgekoeld om in het zand te kunnen spelen. De kids rennen de zandduinen op en af en graven Rosa helemaal in! Om ca. 18:00 uur gaat de zon al onder en dan is het rond 18:45 uur donker. We eten weer een heerlijke Tajine en we krijgen ‘pain du sable’. Dat is het brood, zoals de nomaden in de woestijn dat eten. Het wordt gebakken in het zand. Eerst wordt er een vuurtje gestookt, dan worden de kooltjes opzij geschoven, wordt het brood in het zand gelegd en met zand en kooltjes toegedekt en na anderhalf uur is het klaar. Het lijkt gek, maar het is heerlijk brood! Het is wel wat zanderig, maar het is zulk fijn zand, dat je er geen last van hebt. Sowieso ben je na twee dagen woestijn behoorlijk één met het zand…!
’s Nachts slapen Sebas, Adam en Rosa in de buitenlucht, maar als ik om 03:00 uur ’s nachts in de weer ben geweest om de kindjes nog eens toe te dekken, hoor ik ineens een beest rond de tent lopen….! Gelukkig heb ik Adam’s telefoon en heeft Sebas altijd zijn telefoon op zak en is er mobiel bereik in de woestijn, dus ik bel Sebas om te zeggen dat hij Adam toch maar naar de tent moet sturen en gelukkig komt Adam inderdaad snel naar me toe. Hij ziet geen beest, maar slaapt ook nog half, dus maakt zich er niet druk over. Ik was werkelijk van top tot teen aan het trillen van angst, maar zal wel nooit weten wat het geweest is. Ik ben de volgende dag om 6:00 uur opgestaan om samen met Rhiannon en Rosa de zonsopgang te bekijken vanaf een hoge zandduin (dat had Adam de dag daarvoor al gedaan) en zag geen sporen rond de tent. Misschien was het wel gewoon een kameel of een ezel, maar het was gewoon niet relaxed! Gek genoeg ben ik verder geen seconde bang geweest in de woestijn. Schorpioenen en slangen zie je nergens en ik was er ook niet bang voor. Er zijn alleen wel heel veel vliegen.
De zonsopgang was prachtig. De zon is in 2 minuten boven de horizon uit, maar vooral het lichtspel op die zandduinen is zeer de moeite waard.
Via een 300 jaar oude Kasbah (Ouled Driss) met een leuk en interessant museum, rijden we naar een ‘pottery’, waar zowel Rhiannon als ik even mochten proberen een schoteltje te kleien. We hebben in de bijbehorende winkel een traditionele Tajine gekocht en vervolgens bij de familie van de eigenaar thuis geluncht. Ze wonen met 18 personen in een huis rond een binnenplaatsje. De vrouwen komen de keuken niet uit. Een meisje van 15 zoekt oogcontact met mij en wenkt mij om naar de keuken te komen. Het is een hele eenvoudige keuken met wat planken, een fornuisje en een tafeltje. Ze vragen of ik het een mooie keuken vind. Ja, natuurlijk!
’s Middags komen we weer bij ons hotel in Zagora aan. Iedereen wast het zand van drie dagen woestijn van zich af en is blij weer naar een gewone wc te kunnen.
Vandaag zijn we van Zagora naar Ouarzazate gereden. We hebben afscheid genomen van de kok en onze gidsen. De chauffeurs blijven tot het einde van onze reis bij ons. Adam heeft helaas iets verkeerds gegeten en blijft in het hotel achter, terwijl we met de rest gaan lunchen bij een familie thuis in een Berber oase, ‘Flint’, op ongeveer
Nu weer terug in het hotel en Adam en de kindjes liggen lekker te slapen. Het is tot nu toe een adembenemend mooie en indrukwekkende reis. Het is wel behoorlijk veel kilometers maken in de auto en we moeten elke dag opnieuw alle spullen weer in en uitpakken, maar het is allemaal de moeite waard en de kindjes doen het, over het algemeen, fantastisch! Hopelijk, inshallah, knapt Adam snel weer op. Morgen gaan we naar Marrakech, waar we twee nachten blijven en dan nog twee nachten in de Atlas, voordat we weer teruggaan naar Agadir, vanwaar we naar de Canarische eilanden zeilen. Maar nu eerst nog even genieten van Marokko! 19 september 2009, El Jadida en de Verjaardagskameel
El Jadida is weer helemaal anders! We liggen hier met nog 1 buitenlands jacht (een Hollander) en verder alleen vissers. Echt te gek, geen toerist te zien! De formaliteiten worden redelijk efficiënt afgewikkeld, havenmeester, immigratie, politie, alleen hier worden we om geld en sigaretten gevraagd. We geven de havenmeester met tegenzin 2 pakjes sigaretten, daar vraagt hij om… Dat moet anders, Sebas en ik maken een sigaretten/geld strijdplan en dat werkt tot nu toe goed. Alleen als je iets voor ons doet dat niet bij je "gewone” werk hoort krijg je een paar sigaretten en geld doen we niet. De "bewaker” van de boten krijgt een pakje.
El Jadida is echt gaaf. In de medina met z’n nauwe steegjes kopen we allemaal een traditioneel Marokkaans pak. De mannen in tweedelig beige, de meiden in lange jurken. Vooral de kindjes staat het echt helemaal top.
Sebas en ik gaan ’s avonds naar een traditionele Hamam. Geen idee waar we precies moeten zijn, loopt Sebas per ongeluk de meiden afdeling binnen. Daar mogen we na wat aandringen onzerzijds niet blijven. Toch maar de mannen ingang genomen. We zijn allebei nog hamammaagd dus geen idee wat te doen. Na wat uitleg en een prijsafspraak, mogen we in boxer de badruimte in. We moeten in een soort grote verwarmde, stomerige badkamer, moeten we op de grond gaan liggen. Een beresterke vent, kruipt vervolgens op ons om in te zepen, vervolgens te scrubben, dan weer inzepen en tussendoor veel afspoelen met gloeiend heet water. Het scrubben is arelaxed en de vellen huid vallen van ons lijf. Verder is het genieten. Na een uur zijn we klaar, schoon en een geniale ervaring rijker. De stad in lopend komen we langs een kapper die ook scheert. Voor 0,90 euro laten we ons uitgebreid scheren!
Het is mens' night dus drinken! Eindeloos veel bakkies mier zoete muntthee… Je kunt hier echt geen bier vinden. Zo zitten we tot 01:30 op het terras, over het leven, bootjes, businessopportunities te praten en naar de meiden te kijken, niet veel te zien echter, allemaal gesluierd. Op de terugweg op zoek naar Shoarma. Op straat vinden we een goed alternatief, broodje met onduidelijke worstjes en warme tomatensaus. Top afsluiting van een topavond!
We gaan nog een avond met z’n allen uiteten in onze nieuwe tenues. Veel bekijks en lekker gegeten.
Na 3 dagen El Jadida varen we door naar Essaouira (130nm), prima tocht met weinig wind. De zee is ’s nachts leeg, dus het wachtlopen is gemakkelijk. Rosa en Leonie lopen samen wacht en lossen mij elke 3 uur af. Dat werkt door de nacht heen prima.
Hier ook weer efficiënt papierwerk en vragen om geld en sigaretten. We zijn inmiddels geoefend en de mannen die ons helpen aanleggen krijgen 2 sigaretten de man en twee blikjes cola. Het lijkt voldoende, en zo niet, dan durven ze dat niet te zeggen. Prima.
Essaouira is dé kustplaats van Marokko en dus helemaal voor toeristen opgezet. Dat is lekker, omdat we voor het eerst in Marokko, ’s middags wat kunnen drinken op een terras, ondanks de Ramadan. En het komt goed uit want Mees is de 18de jarig en we willen wat leuks gaan doen.
Slingers, ontbijt op bed, veel cadeaus en zingen. De dag begint goed. Mees heeft zelf meegeholpen een appeltaart (we hebben nog Koopmans appelkruimel!) en brownies te bakken. De Pjotters komen op de koffie en dus nog meer cadeaus, en knuffels!
Na de koffie gaan we met z’n allen in 2 taxies, naar "Maison de Chameaux”. Mees heeft het al weken over dat hij op een kameel wil rijden, dus dat gaan we proberen. Eigenlijk is het vanaf 5 jaar, maar we weten de Fransoos over te halen om een uitzondering te maken. Mees, Emma, Rosa, Leonie en ik, maken een uur lang een prachtige toer door de omgeving, terwijl Sebas en Rhiannon op Macsen en Pieter passen. Mees en Emma zitten samen in een bakje aan weerszijde van een kameel, met een drijver tussen hen in. Wij mogen zelf rijden, lijkt wel wat op paardrijden, je zit alleen hoger en het schommelt wat meer. Echt te gek om te zien hoe deze beesten heel rustig een weg vinden door het zand en de bosjes.
Na de toer krijgen we daar een lunch, heerlijke Tajine met schaap, boontjes en aardappels, in een kruidenjus.
De mannetjes zijn helemaal uitgeteld als we weer op de boot komen. Na het middagslapen op het plein gevliegerd en de dag geëindigd met pannenkoeken.
Mees is alweer drie jaar, cliché misschien, maar het gaat echt heel hard. Hij wordt langzaam echt een mannetje, baby en peuter af. Als iedereen in bed ligt, gaan Leonie en ik samen eten in een door de Planet aangeraden restaurant. Fantastisch eten en, voor het eerst in Marokko, wijn! We drinken op Thijs die vandaag 32 wordt, op Arno van de werf, omdat de boot het nog steeds zo goed doet, en veel en vaak op onze kleine helden!
Tot nu toe is Marokko echt het hoogtepunt van onze reis. Het is echt Arabisch, kleurrijk, vriendelijk, heftig, vies, mooie mensen, mooie natuur. We voelen ons geen moment onveilig of bedreigd. Marinas zijn er, buiten Rabat, niet, maar we liggen steeds prima, naast een visser- of sleepboot. Als we weg gaan sluiten we de boot af, maar ’s nachts laten we alles open om frisse lucht binnen te krijgen. Dat werkt tot nu toe goed en we zijn happy!
Wow, wat een overweldigende eerste indruk van dit land. We liggen in Sale, dat is de stad aan de andere kant van de rivier, tegenover Rabat. Sale is in alle opzichten anders dan Rabat. We lopen ‘s middags een rondje door de Medina, de ommuurde stad, en daar kan je over de hoofden lopen. Duizend verschillende winkeltjes, op straat, op elkaar gepropt en we zijn echt de enige toeristen. Veel vrouwen dragen een hoofddoek en lange kleurrijke jurken van meestal glimmende stof. Er zijn ook wel vrouwen die niet traditioneel gekleed zijn, maar altijd zijn de schouders en knieën bedekt. Het valt op dat er geen bijzondere aandacht aan ons wordt geschonken, niet positief en niet negatief. Met open mond lopen we langs een kippenwinkel, waar je de kip aanwijst, voordat hij in enkele seconden voor je geslacht wordt. Terwijl
Rabat is veel moderner. Bijna een wereldstad, hoewel ook hier de medina, nog behoorlijk lijkt op die van Sale. Nauwelijks voor toeristen bedoeld, echt een plek waar de inwoners van de stad hun spullen kopen. Er lopen meer vrouwen ongesluierd en er zijn wat meer "gidsen” die hun diensten aanbieden.
We zijn overigens weer samen met de Pjotter op stap, dus ‘we’ is meestal Elena + Pjotter.
De Kasbah (soort kasteel/paleis) is mooi en heeft een prachtig uitzicht over zee. We belanden in een weverij, waar zes vrouwen tapijten knopen. Met z’n 2-en doen ze drie maanden over 1 tapijt. Heel knap hoe snel ze dat doen en onbegrijpelijk hoe ze dan ook nog patroontjes kunnen maken. Ze vragen geld voor het nemen van foto’s en we mogen even bij ze zitten, maar dat kost ook geld. Ze blijven steeds meer geld vragen en uiteindelijk gaan we maar gauw weg, want we blijven maar geld uitdelen en het is kennelijk nooit genoeg. De tuinen van de Kasbah zijn mooi en schaduwrijk en we ontdekken een heel gezellig cafeetje, dat ondanks de Ramadan open is, met schitterend uitzicht over zee en hele lekkere koekjes! De thee is echt mierzoet, maar we bestellen er water bij en lengen het aan alsof het limonade is en dan is het best te drinken. De luxe en goed beveiligde haven biedt een Zodiac-service aan, die ons van en naar de haven brengt als we naar Rabat willen. ’s Avonds eten we op de luxe ‘compound’ van de haven, waar verschillende restaurants zitten, die alleen voor de rijkere Marokkanen bereikbaar zijn. Rond 18:20 uur zit iedereen klaar aan tafel met hapjes voor zich en tien minuten later, als er een knal klinkt, is de zon officieel onder en mag er weer gegeten worden.
Gisteren hadden we de kindjes beloofd naar de dierentuin te gaan, maar die bleek helaas dicht te zijn wegens een verhuizing. Als alternatief gaan we naar de ‘Jardins Exotique’. Dat leek me een nogal saaie botanische, maar schaduwrijke excursie, maar het bleek echt hartstikke leuk! Ten eerste was de busreis heen en terug een belevenis. Je moet de bus langs de straat aanhouden (geen bushalte) en het is dus ook niet duidelijk wanneer ie komt. Op de heenweg werd er redelijk rustig gereden, maar op de terugweg reed ie akelig snel. De exotische tuinen waren heel leuk ingericht met een route over bruggetjes, door tunneltjes, langs vijvers, fonteinen, etc. De kinderen vonden het geweldig! We zagen veel kikkers, schildpadden en een slangetje. Emma zag het kroos aan voor gras en sprintte het water in… Dat was even schrikken, maar na een appelsapje was de rust snel weergekeerd.
’s Middags hebben we de nieuwe stad van Rabat (buiten de Medina) verkend. Het is een moderne stad met brede straten en grote palmbomen. Helaas was het zaterdag na vijven en was er veel dicht. Na enig zoeken vonden we een heel leuk restaurantje in de muur van de Medina, El Bahia, waar we na zonsondergang Tajine aten. Op de terugweg liepen we door de Medina naar de rivier, maar we raakten het spoor bijster en vroegen een jongen waar de rivier was: "suivre-moi” zei hij. Kosteloos bracht hij ons naar de rivier, echt heel aardig. De mensen zijn hier over het algemeen heel aardig. Ze zijn ook gek op onze blonde kindjes, die al regelmatig totaal onverwacht door voorbijgangers op hun wang gezoend zijn!
Als we met z’n allen met de Zodiac terug naar de haven worden gebracht, varen we langs de wachtsteiger, waar de Mjolner net is aangekomen! ’s Avonds borrelen we met z’n allen in onze kuip, heel gezellig!
Vandaag zijn we naar Chellah geweest. Dat is in het zuiden van Rabat en het is een ommuurde Romeinse nederzetting, althans de ruines daarvan. Er leven nu veel ooievaars en zwerfkatten. Het is slecht onderhouden, maar indrukwekkend om te zien.
10 september 2009, vissen voeren vissen vangen
Gistermorgen vertrokken uit Vila Real. Plan was om 06:00 weg te varen, maar het gierde door het want, dus maar weer gaan slapen. Om 8:30 alsnog weg. Mooi gezeild totdat we na
Maar toen! Zo’n
8 september 2009, weg uit Europa
We hebben heel veel bootklussen af kunnen vinken in de afgelopen dagen. Adam heeft o.a. de kap van de nieuwe buitenboordmotor gespoten, zodat ie iets minder aantrekkelijk is voor dieven. Sammie ligt aan dek, de tanks zitten weer vol en de ventilator van de motorruimte is vervangen. Verder hebben we uitgebreid boodschappen gedaan, opgeruimd en gewassen. Daarnaast had ik een administratief klusje, want we hadden een brief van de gemeente gekregen, met het verzoek aangifte van verhuizing te doen….! Gelukkig kon dit vrij simpel worden opgelost, door een formulier te downloaden met keuze voor ‘briefadres’, printen bij internetzaakje in de stad, invullen en opsturen. Kortom, we zijn klaar om naar Marokko te gaan!
De planning is (ijs en weder dienende) om morgenochtend vroeg te vertrekken. De Levanter (bepaalde lokale wind) waait door de Straat van Gibraltar, maar als het goed is, zijn wij daar te ver vandaan om daar last van te hebben. Het is ongeveer
Eergisteren zagen we de Pjotters weer voor het eerst sinds twee weken. Het is erg gezellig ze weer te zien en de kids vinden het ook super. Ze hebben gisteren de hele middag in kleine opblaasbootjes in de kuip met water geklooid. Het is hier bloedheet, want we zijn hier een klein stukje landinwaarts en dat scheelt echt een paar graden. Vila Real is best een leuk stadje met een mooi autovrij plein, waar veel kindjes spelen. Aan de overkant van de rivier ligt Ayamonte (Spanje). We zijn er twee keer naartoe gevaren met Sammie met alle paspoorten op zak. Een keer deden we een ‘milk run’. Portugese lang houdbare melk is namelijk veel smeriger dan Spaanse lang houdbare melk, dus we hebben Sammie helemaal afgeladen met ca. 70 flessen melk. Op de terugweg konden we door al het extra gewicht niet eens planeren. Een andere keer hebben we gewoon het stadje verkend. Grappig dat je dan meteen weer merkt dat die Spanjaarden zo gek zijn op kinderen en dan met name blonde kinderen. Verder zijn we een ochtend met de taxi naar Castro Marim geweest. Dat ligt drie kilometer hier vandaan en is een mooi oud plaatsje met een kasteelstadje op een heuvel uitkijkend over o.a. zoutvlakten. Mees en Pieter vonden vooral de speeltuin interessant, want daar was een vlot dat je heen en weer kon bewegen en daar heeft Mees het nu nog over.
4 september 2009, Olhao, dolfijnen en de grens met Spanje
Uit eten met z’n tweeën, heerlijk! Even op stap zonder de kindjes. Het zijn natuurlijk helden, maar af en toe gewoon even zoals ‘vroeger’ lekker samen uit is toch ook wel genieten.
Van Portimao zijn we naar Olhao gevaren. Ondertussen gevist, wederom zonder succes. Het ligt niet aan het materiaal, ook niet aan de zee (de markt ligt namelijk elke dag tjokvol met vis), niet aan de snelheid, hou je de factor visser over… Lijkt me sterk; ik hou vol. Olhaou ligt in een soort waddengebiedje met droogvallende schorren. Echt de moeite waard, net als het dorpje op het eiland trouwens. Een paar vissershutten, drie restaurantjes en verder alleen maar zand, veel zand. Mooie avond met de Mjolners en met alle kids uit eten geweest. We kregen Dorade van de grill die ’s morgens nog ergens op zee rondzwom en lekkere lokale Portugese wijn.
De volgende dag verhuisd naar een baaitje waar Jeroen en ik de dag ervoor geprobeerd hadden om te speervissen. Dat is een nogal mooi spel, waarbij je al snorkelend probeert een vis te schieten. Het mooie is dat je de vis zelf kunt uitzoeken, en niet zoals met gewoon vissen, maar moet wachten wat er aan de lijn zit. Overigens niet erg succesvol, maar wel veel pret gemaakt.
Op het strand was door yachties een soort tent gemaakt, waar een bbqtje, een aantal oude stoeltjes en een groot zeil lag. Te gebruiken door wier er langs kwam, het deed me een beetje denken aan zo’n onbeheerde hut in de alpen. s’Avonds een mooie bbq op het strand met de Mjolnercrew en de Victorycrew. Iedereen had iets meegenomen en gemaakt en dat is toch wel mooi bbqen. De kids genieten ondertussen van het water, dat eindelijk een lekkere temperatuur heeft. De Mjolnercrew neemt hier afscheid. Ze gaan door naar Spanje en daarna Marokko en de Canaries, maar net achter ons aan, dus verwachten elkaar pas weer in november te zien. Ontroerend afscheid, na zolang samen.
Zwemvest beleid
De volgende dag naar Vila Real de Santo Antonio gezeild, dat ligt aan de grensrivier met Spanje. Onderweg een grote groep dolfijnen gezien waarvan we een filmpje maakten! Ik leg even ons zwemvest beleid uit, voordat we allemaal boze mails krijgen waarom de kids geen vest aan hadden op dit filmpje. Rond de boot hebben we een
Tijdens het vorige filmpje, de ronding van de kaap, waren de kids eerst gewoon binnen omdat we wilden weten wat het weer ging doen. Volwassenen dragen dan ook zwemvesten, net als bijvoorbeeld ’s nachts. Toen bleek dat de situatie niet spannend of gevaarlijk was, mochten de kids pas in de kuip. Tijdens dit filmpje met de dolfijnen hebben we de kids even opgepakt om op de boeg samen te kijken. We houden ze hier zelf vast en varen op de motor op een vlakke zee. Dit zijn uitzonderingen.
Hier in Vila Real maken we de boot klaar voor de oversteek naar Marokko. Ongeveer 2 dagen varen. We gaan er vanuit dat we weinig bootzaken kunnen krijgen, dus alle kleine dingen moeten hier gebeuren. Nieuwe gastanks voor het koken, nog een hor voor een van de ramen, alles verder nalopen, serieus visaas kopen (vanaf hier kans op tonijn en dorade) en de ventilator van de motorruimte vervangen. In een onooglijk en piepkleine watersportwinkel vonden we bijna al onze benodigdheden en ook een nieuwe ventilator die ik gisteravond verving. Het werkt weer! De ventilator hebben we eigenlijk altijd aan als de motor draait, zodat de motorkamer koel blijft en Rosa’s en de jongenskamer (die ernaast liggen) niet te warm worden. Verder moeten we nu vooral veel inkopen doen en dan begin volgende week weg. |