Rotorua is een vulkanisch gebied op het noordereiland. Dat zie je meteen als je aan komt rijden. Overal komt stoom omhoog. Door het slechte weer is er extra veel stoom in de lucht en het ziet er spectaculair uit.
We huren een ‘cabin’ op een camping aan het meer, dat vroeger de krater van de vulkaan was. De eerste avond gaan we met z’n allen in de natuurlijke ‘hot pools’ op de camping. Je kunt op het strand een gat graven, waar dan kokend water uit opborrelt. Overal om je heen zie je kokend water of kokende modder. Kindjes goed in de gaten houden dus.
Rotorua is een vulkanisch gebied op het noordereiland. Dat zie je meteen als je aan komt rijden. Overal komt stoom omhoog. Door het slechte weer is er extra veel stoom in de lucht en het ziet er spectaculair uit.
We huren een ‘cabin’ op een camping aan het meer, dat vroeger de krater van de vulkaan was. De eerste avond gaan we met z’n allen in de natuurlijke ‘hot pools’ op de camping. Je kunt op het strand een gat graven, waar dan kokend water uit opborrelt. Overal om je heen zie je kokend water of kokende modder. Kindjes goed in de gaten houden dus.
We gaan naar Te Puia, waar we de Pohutu geiser bewonderen en enorme kokende modderpoelen, een ‘cooking pool’ (die de Maori vroeger gebruikten om te koken), overal stoom, poeltjes met kokend water en de doordringende geur van zwavel. Verder genieten we van een Maori show. Het bijzondere is, dat er een groep Tahitianen op bezoek is. Na afloop van de show, geven zij ook een dans- en muziekoptreden en bieden ze cadeaus aan de Maori’s aan. Een ontmoeting tussen volken met een soortgelijke achtergrond en taal. Zoals zo vaak, worden er ‘vrijwilligers’ uit het publiek gehaald om mee te dansen en wij waren allebei de klos. Pietje deed ook mee.
We gaan in een eitjeslift een berg op en racen naar beneden op skelters. Nogal geniaal. We bezoeken een roofvogelshow, waar zowel Adam als ik een valk vast mogen houden.
Eindelijk zien we een echte ‘Kiwi’. Eigenlijk een stumper van een vogel zonder vleugels, die door alle geïntroduceerde dieren wordt opgevreten en daardoor met uitsterven wordt bedreigd. Het is een mooi natuurpark met hagedissen, papegaaien, forellen, etc. De jongens mogen de vissen voeren, maar in een onbewaakt moment grijpt een zwaan het zakje visvoer uit Pieter’s handjes. Dikke tranen natuurlijk.
Na anderhalve week breekt de zon weer door. We zwemmen in het zwembad op de camping, wandelen door het park, gaan naar de speeltuin en eten voor het eerst Sushi met de mannetjes. De jongens houden van rijst en vis, dus waarom niet. We zitten aan een hoge bar, waar we de Japanse chef z’n zeewierrolletjes zien draaien. Groot succes. Toppunt is de kermis waar we na het eten nog even langs gaan.
Morgen gaan we nog naar een schaap scheer show en dan alweer naar huis (nou ja, Devonport). Het was gezellig om met z’n viertjes een ander deel van Nieuw Zeeland te bekijken. De tijd vliegt voorbij. Nog maar een paar maandjes en dan zitten we alweer op ‘Elena’ op weg naar huis. Steeds vaker praten we over hoe het zal zijn, als we weer ‘thuis’, thuis zijn. Maar eerst nog even genieten van Nieuw Zeeland en deze heerlijke vakantie!