Archief 2011 (augustus)

Terug

Boomstronken en Bepondi

Sinds we uit Jayapura vertrokken, zien we regelmatig grote boomstronken drijven. Zodanig groot, dat je er liever niet op wilt varen. Formaat regenwoud boom. 's Nachts kun je ze natuurlijk niet zien. Maar er zijn zo weinig geschikte ankerplekken, dat er weinig anders op zit, dan 's nachts door te varen. We hebben 1 keer vlak na zonsondergang een hele grote boomstronk geraakt en onder de boot gehad.

Sinds we uit Jayapura vertrokken, zien we regelmatig grote boomstronken drijven. Zodanig groot, dat je er liever niet op wilt varen. Formaat regenwoud boom. 's Nachts kun je ze natuurlijk niet zien. Maar er zijn zo weinig geschikte ankerplekken, dat er weinig anders op zit, dan 's nachts door te varen. We hebben 1 keer vlak na zonsondergang een hele grote boomstronk geraakt en onder de boot gehad. Een akelig geluid van schrapende takken/wortels en dan een keiharde bonk tegen de kiel. Adam heeft snorkelend de romp en de kiel bekeken en gelukkig is er niet meer dan verfschade: over de hele romp krassen van de takken/wortels en een groot stuk verf aan de voorkant van de kiel is eraf. Gelukkig lijkt het roer helemaal niet geraakt te zijn. We halen 's nachts de snelheid er zoveel mogelijk uit, zodat we, als we weer zo'n boom zouden raken, in elk geval niet heel hard botsen. Ondertussen is het pikkedonker, omdat er nauwelijks maanlicht is, zijn er overal om ons heen knipperende lichtjes (vissersboeitjes denk ik) en onweert het aan 3 kanten (daar zijn we tegenwoordig wat minder relaxt over…). Kortom, op dit moment zou ik nog liever stress hebben over iets wat ik voor m'n werk op tijd moest inleveren, dan dit… Bovendien zijn de ankerplekken sinds Jayapura erg beroerd geweest. Het stroomt hier overal heel hard en het is tot vlak bij de kant erg diep. Adam schreef al dat we op de eerste ankerplek krabden, wat niet voor een goede nachtrust zorgde, maar ook bij het eiland Anus heb ik denk ik wel 158 keer m'n kop uit het luik gestoken om te kijken of we nog op dezelfde plek lagen en niet tegen Sea Level aan klapten. Dan nog twee nachten wachtlopen erachteraan en dan ben je gesloopt.
 
Gelukkig kunnen we bij het eiland Bepondi een tussenstop maken. We gooien het anker in 10 m. zand, dus dat lijkt perfect. Maar de oceaandeining komt hier van twee kanten samen, dus we liggen enorm heen en weer te slingeren. Toch maar weer ankerop en doorvaren dus, twee nachten door naar Raja Ampat. Maar dan komt er een kano met 3 jongens langs. Ze klimmen vrijwel direct aan boord en maken ons duidelijk dat we helemaal verkeerd liggen. Ze wijzen ons de weg naar de andere zijkant van het eiland, waar je volgens onze kaart niet kunt liggen. We varen door een ondiep stuk, maar we denken dat ze begrepen hebben, dat we minimaal 2.4m meter diepte nodig hebben. Heel behendig sturen ze ons langs allemaal riffen richting de westkant van Bepondi. We ankeren tussen twee riffen in 7 meter water, waar het anker zich stevig ingraaft in het zand. Eindelijk een goeie nachtrust!
 
Bepondi is geweldig. Adam is helaas ziek (verkouden en koorts), maar Cathy en ik gaan met de kids op verkenning. Op het strand worden we opgewacht door een paar kerels, die ons helpen om Sammie op het strand te slepen, ons de weg wijzen naar het dorp (ca. 20 minuten wandelen over het strand en een paadje door de jungle) en zowel Mees als Pieter de hele weg tillen. Er wonen 553 mensen in het dorp Masyai. Het is een katholieke gemeenschap (dat was Anus ook), wat bijzonder is, want 86% van Indonesie is moslim. Het dorp ligt parallel aan het strand en is een kilometer lang. We maken kennis met de 'kepala desa' (dorpshoofd) en ik doe enorm m'n best om een beleefd praatje met hem te houden en toestemming te vragen om hier te ankeren en foto's te maken. Niemand op het hele eiland spreekt meer dan 3 woorden Engels. Er zijn enorm veel kinderen en die lopen allemaal met ons mee. Het is een beetje overweldigend voor Mees en Pieter, want die worden constant aangeraakt en veel vrouwen proberen om ze over te pakken of te zoenen, maar Mees en Pieter verzetten zich. Cathy en ik krijgen allebei een mooie armband. Gemaakt van het schild van een schildpad…. De mensen zijn enorm vriendelijk en laten ons graag hun hele dorp zien.
 
De volgende dag laten we Mees en Pieter lekker op het strand bij de boot spelen, waar het niet zo druk is. Cathy past op de jongens, terwijl Adam (die wat opgeknapt is) en ik nog een keer het dorp bezoeken, zien hoe een kano wordt gebouwd en wat dingen ruilen voor bananen en kokosnoten. Als we terugkomen, hebben de mannetjes 2 mooie bootjes gekregen, die de locals voor ze gemaakt hebben. We halen het anker op en varen weer verder richting Raja Ampat. Weer 2 nachten doorvaren. Sea Level zit een stuk voor ons, buiten marifoonbereik. Die zijn niet in Bepondi, maar ergens in Biak gestopt, dus we hebben ze sinds Anus niet meer gezien, maar we hebben een paar keer per dag contact via de SSB.