Archief 2011 (augustus)

Terug

Gerrie de Gekko uit Ambon

Onderweg naar Ambon ankeren we een nacht ten noorden van Seram bij een klein eiland. Met onze dinghy overvaren we bijna een manta ray. Hij springt zowat onze dinghy in. Dat is schrikken! Adam en Jim duiken meteen het water in om te snorkelen, het beest laat zich nog maar een keer zien en verdwijnt dan uit zicht.

Onderweg naar Ambon ankeren we een nacht ten noorden van Seram bij een klein eiland. Met onze dinghy overvaren we bijna een manta ray. Hij springt zowat onze dinghy in. Dat is schrikken! Adam en Jim duiken meteen het water in om te snorkelen, het beest laat zich nog maar een keer zien en verdwijnt dan uit zicht. Een paar vissers laten ons een aantal bruine glimmende stenen zien. We hebben geen idee wat het is, maar kopen er een paar in de hoop dat het iets heel bijzonders is. Misschien kan opa Peter ons straks vertellen of het inderdaad de jackpot was of dat we iets onbenulligs hebben gekocht.
 
De volgende dag varen we door een smalle pas. Het waait niet hard, maar er staan enorme golven in de pas. Het is zo'n 5 m. diep en onze boeg duikt (met mij voorop) diep in het water. De golven rollen over het dek tot aan de kuip. Erg spannend, maar het loopt gelukkig goed af. We eten brownies met (ca.) 60 m&m's ter ere van Opa Pim's verjaardag en zingen hem via de telefoon toe.
Het laatste stuk varen we heel hard met vol tuig over vlak water de baai van Ambon binnen. Toevallig krijgen we via de marifoon contact met een Belgische (Narid) en een Nederlandse (Taremaro) boot. Ze zijn net vertrokken uit Ambon en zijn onderweg naar Sulawesi. Ze nodigen ons uit voor het 'Nederlandse netje' (SSB) elke ochtend om 9 uur, waar Nederlandse boten van Australie tot Maleisie contact met elkaar houden. Het is leuk om na maanden van eenzaamheid eindelijk weer eens een andere boot te horen.
 
Jim's gevleugelde uitspraak, als we weer eens anderhalf uur zoeken naar een geschikte ankerplek, is: "if it would be easy, everybody would be doing it." Maar stiekum kijken we er allemaal naar uit om weer wat meer onder andere cruisers te zijn en precies te weten, waar de goeie ankerplekken zijn.We ankeren 7 km. ten westen van de stad Ambon, bij een dorpje met een hotel. We eten een heerlijk afscheidsmaal met Cathy, die de volgende dag naar Bali vliegt, waarvandaan ze naar Nieuw Zeeland vliegt. Het is onafhankelijkheidsdag en een groep studenten in uniform (vlagdragers) paradeert op het binnenhof van het hotel. De Indonesiers vieren hun onafhankelijkheid op de dag dat Sukarno de onafhankelijkheid uitriep, maar het duurde nog jaren, voordat de Nederlanders eindelijk vertrokken.
 
De volgende dag doen we inkopen in Ambon. Het is een drukke stad met eindeloos veel taxi's en rikshaws (tricycles). Het ziet er leuker uit dan Jayapura, maar veel zien we er niet van, want we duiken de goed gevulde supermarkt in om te bevoorraden en komen met zoveel boodschappen terug, dat het een uitdaging is om alles weer in een taxi en op de boot te krijgen.
Terug bij het hotel waar de boot ligt komt er een bruidspaar op Adam af. Of ze foto's mogen maken op onze boot! Natuurlijk. Bruidspaar op de Elena en Adam en de fotograaf in de dinghy rond de boot. Ze vinden het geweldig.
 
Mees heeft voor school de opdracht om een verftekening te maken van een schoolplein of van buiten spelen. Hij verft pappa, die een vis vangt. Hmmm….We hebben overigens een boot-gekko. Gerrie de Gekko. Hij woont sinds Pulau Kri bij ons aan boord (via steiger en dinghy aan boord gekomen). Hij beweegt zich helemaal van het vooronder tot achterin de kuip, waar hij al over mijn voet heen is gelopen (brrr…) en heeft gedronken van het water, terwijl Adam zijn voeten afspoelde met de buitendouche.
 
Nu zijn we weer onderweg. We varen naar zuidoost Sulawesi (Wakatohi eilanden), ca. 300 mijl varen. Sea Level vaart naast ons. Het is pikkedonker, het waait hard en de golven zijn hoog, waardoor we ons wat iebelig voelen. Gek genoeg hebben de jongetjes nergens last van. Het is wat afzien, maar we stuiven wel met 8.5 knopen de goede kant op.