Archief 2011 (juni)

Terug

01 juni 2011, Schedels en korfbal

We vroegen Chief John gisteren of we de boot 's nachts moesten afsluiten. Chief John: "Yes, close the boat for your safety. But nothing will happen." Wat doe je dan? Toch het luik er maar in? Dat is dan weer voor het eerst sinds Tahiti. Het lijkt een beetje overbodig, de mensen zijn zo ongelooflijk gastvrij en vriendelijk. Maar de Solomons hebben een slechte reputatie onder cruisers en op dit piepkleine eiland wonen 3000 mensen. Dat zijn er zoveel, dat Chief John zelfs niet alles onder controle heeft. Veel mensen kauwen op Beetlenut en dat heeft volgens de locals dezelfde werking als alcohol. Er hoeft maar 1 idioot te zijn die besluit om even naar de boot te zwemmen of te kanoën…, dus we zetten toch maar het luik erin. Iets minder tocht door de bloedhete boot, maar wel rustig slapen. Als experiment laat ik wat kleren aan de reling hangen en natuurlijk hangen die er 's morgens nog.
 
 
Op Santa Ana staat de laatste oorspronkelijke Kastom house, of Skull Shrine, van de Solomons. Vroeger waren die gebuikelijk in ieder dorp, maar de kerk kwam en de missionarissen vonden het ongepast, dus ze werden afgebroken. Waren ze maar thuis gebleven… Renée en ik lopen samen met onze gids Amos naar de andere kant van het eiland. Anderhalf uur heen en anderhalf uur terug door het woud. Er komen hier bijna nooit toeristen, dus we zijn een enorme attractie als we door de kleine dorpjes lopen. Na aankomst gaan we op zoek naar Chief Frank. We hebben geen Solomon Island dollars, omdat hier geen bank is. Maar in ruil voor een zakje rijst, twee parfummetjes (dank Christa!), een zeepje en een t-shirt, mogen we de Kastom house bezoeken. Nou ja, ik dan. Renée mag wel kijken, maar niet naar binnen, dat is voorbehouden aan mannen. Kennelijk is Chief Frank erg blij met onze kadootjes, want wij mogen zelfs foto's maken. Iets dat uizonderlijk is.
 
In een Kastom house bewaarden ze de schedels van de Chiefs. Na hun overlijden werden ze eerst begraven en een jaar later weer opgegraven. De botten werden verzameld en de schedel in een soort rieten mandje bijgezet in het Kastom house. Het is een schitterende hut. Groot en open met allemaal fantastisch antiek houtsnijwerk, oorlogskano's, viskano's, nog meer beelden en pilaren en in het midden een groot stenen plateau helemaal vol met mandjes met schedels erin. Ik tel tenminste 50 schedels. 50 opeenvolgende chiefs van dit ene dorp. Hier ligt voor honderden jaren aan chiefs. Ze stopten aan het begin van de vorige eeuw met het bijzetten, maar onderhouden nog altijd dit Kastom house van hun voorvaderen. Het is voor het dorp een ongelooflijk belangrijke plek. Een enorm indrukwekkend gezicht en de wandeling meer dan waard.
 
Terug op de boot snorkelen we met z'n allen op het rif, erg mooi, maar omdat ze hier regelmatig door cyclonen worden geraakt, is er weinig levend koraal. Wel veel visjes. Daarna gaan we weer naar het dorp, waar een Korfbal (Netball) toernooi aan de gang is. De vrouwen van de drie dorpen strijden in drie teams voor de overwinning. Volgens Renée, die uitgenodigd wordt om mee te doen met "ons" dorp, zijn ze erg goed. We ruilen nog wat spulletjes voor meer beeldhouwwerkjes, want de beeldhouwers van Santa Ana zijn beroemd.
 
Terwijl Mees met de kindjes in de branding speelt, komt Lily (14) aan ons vragen of ze met Pieter een wandelingetje mag maken. Van ons mag het en Pieter is meteen enthousiast. Dus weg zijn ze. Renée speelt nog wat Korfbal, Leonie gaat nog even naar de boot voor wat kinderkleertjes, die ze ruilt tegen een onbekend soort lange sperziebonen en ik ga afscheid nemen van Chief John. Na drie kwartier is Pieter nog steeds niet terug en wij hebben geen idee waar we zouden moeten beginnen met zoeken. We vragen het aan een paar kindjes en die beloven hem te gaan halen. En inderdaad komt 10 minuten later een hele meute kindjes terug met een breed lachende Pieter. Het wordt niet helemaal duidelijk waar hij is geweest of wat hij heeft gedaan, maar het was in ieder geval dikke pret.
 
Morgenochtend vertrekken we weer, helaas. Maar we moeten door, want Renée vliegt zondag terug naar Auckland en wij zijn nog altijd niet ingeklaard. We varen van hier in een stuk naar Honiara, de hoofdstad, waar we een paar dagen zullen blijven. Het is niet de veiligste plek, dus we hebben via onze vrienden, Debbie en Marcus (die we in Tonga leerden kennen en die nu in Honiara wonen) geregeld, dat we een betrouwbare boatboy aan boord krijgen om de wacht te houden. Overmorgen meer!