Western Province, krokodillen en blauwalg?
De aankomst bij Marovo Lagoon is spannend. Er klopt weer eens niets van de kaarten en het is niet duidelijk door welke pas in het rif we heen moeten. De eerste pas die we benaderen is wel erg lichtblauw (= ondiep). Adam gaat met Sammie op verkenning. Hij verdwijnt door de pas en vindt een paar lokale vissers, die hem uitleggen, dat we de pas een mijl verderop moeten hebben. Voor de pas zwemt een groep grote dolfijnen. Die hadden we al een tijd niet meer gezien en de jongens vinden het prachtig. De volgende pas is goed te doen. Aan de rechterkant zit een diepe geul. Pfieuw, gered.
De aankomst bij Marovo Lagoon is spannend. Er klopt weer eens niets van de kaarten en het is niet duidelijk door welke pas in het rif we heen moeten. De eerste pas die we benaderen is wel erg lichtblauw (= ondiep). Adam gaat met Sammie op verkenning. Hij verdwijnt door de pas en vindt een paar lokale vissers, die hem uitleggen, dat we de pas een mijl verderop moeten hebben. Voor de pas zwemt een groep grote dolfijnen. Die hadden we al een tijd niet meer gezien en de jongens vinden het prachtig. De volgende pas is goed te doen. Aan de rechterkant zit een diepe geul. Pfieuw, gered.
We ankeren bij Uepi Island Resort, waar ook het Deense jacht ligt, dat we in Honiara ontmoet hebben. We praten met de chagrijnige eigenaar van het resort, die ons vertelt dat hij niet met ons wil duiken (hij heeft geen tijd/zin in jachten), dat er hier grote krokodillen zijn (eindelijk, we worden er al sinds Port Vila, Vanuatu, bang voor gemaakt) en dat er sinds een dag of 2 blauwalg of iets anders giftigs in de lagoon zit, waardoor het water troebel is. Een mijn aan de lagune wordt verdacht van het lekken van chemische rotzooi. Het troebele water in Marovo Lagoon was zelfs nationaal nieuws. Vreselijk voor de locals, want de vis gaat dood. De chagrijn raadt ons af om te zwemmen. Hij heeft watermonsters genomen om uit te zoeken waar de vervuiling vandaan komt, maar de uitslag zal nog een paar weken op zich laten wachten. Er is geen strand. We zitten dus de rest van de dag op de boot en maken plannen voor de volgende dag.
's Nachts stormt het. Het waait 40 tot 50 knopen en de boot trekt hard aan het anker. Ik slaap er slecht van, want de ankerketting maakt veel lawaai, als het langs het koraal schuurt en ik ben bang dat de ketting breekt. Gelukkig liggen we in deze beschutte lagune aan onze eigen Rocna en niet meer aan een dubieuze mooring in de onbeschutte baai van Honiara. 's Ochtends is de storm overgewaaid en liggen we nog stevig voor anker.
We besluiten dwars door de schitterende lagune naar de andere kant te varen. Dat is listig, want het zicht is nul, omdat het water zo troebel is. De eigenaar van het resort is gelukkig nog wel zo aardig om uit te leggen hoe we het beste door de lagune kunnen varen en we krijgen een papieren redelijk gedetailleerde kaart van het Deense jacht. Helaas hebben de Denen andere plannen, dus we nemen weer afscheid van ze. De tocht door de lagune verloopt soepel. Het stikt er van de eilandjes, we komen langs verschillende dorpjes en af en toe komt er een kano ons tegemoet varen.
We ankeren bij Matekuri Island Resort. Dat wordt gerund door Benjamin, een local. Hij heeft rode lippen van de 'beetlenut'. Er zitten een paar mannen bier te drinken op de 'jetty', luisterend naar harde muziek. Een van de mannen is aziaat. Later blijkt dat de aziaat een Maleisische logger is, die probeert om de lokale milieubeschermingsmannen om te kopen met een hele hoop bier. Helaas is er veel illegale houtkap in de Solomons. Adam drinkt een aantal biertjes mee en de lokale mannen verzekeren hem, dat ze alleen op de gratis biertjes uit zijn en zich niet laten omkopen. Het probleem in de Solomons is, dat als iemand eigenaar is van een stuk land, hij alle bomen die daarop staan mag kappen. Hmmm, niet zo best. Je ziet op Guadalcanal al veel kale plekken en dat leidt tot erosie en 'landslides'. Benjamin nodigt ons uit om bij hem te komen eten. Hij heeft verder geen gasten in zijn (low-low-budget) resort. Zijn generator is kapot, dus hij vraagt ons om onze eigen koude drankjes mee te nemen. De hele middag stortregent het en de jongetjes voelen zich allebei niet lekker. Ze hebben de verkoudheid van Ned overgenomen. Adam verzamelt heremietkrabbetjes om mee te vissen vanaf de steiger, maar helaas vangen de jongetjes niks. Het hulpje van Benjamin komt helaas ook met lege handen terug van het vissen, dus Benjamin verontschuldigt zich en zet ons 'corned beef' en kip voor, met rijst en gebakken boontjes. Het is heerlijk. Ik keek altijd vol afgrijzen naar de 'corned beef' blikjes, maar die smeuiige prut met een gebakken uitje erbij en wat rijst, is best goed te eten.
Toen we besloten om naar de Solomons te varen, vonden we het reuze spannend, dat we daar geen C-map (digitale) kaarten van hadden. Inmiddels zijn we gewend aan het feit dat we niet alleen geen C-map hebben, maar dat we ook niet veel aan papieren kaarten hebben. We varen gewoon op zicht en op ons gevoel. Als de dieptemeter bijvoorbeeld plotseling hard afloopt, is dat een goed signaal om wat gas terug te nemen. Op spannende stukken staat een van ons op de boeg en geeft aanwijzingen aan degene achter het stuur, die af en toe naar voren roept hoe diep het er is.
We vertrekken 's ochtends vroeg richting Vonavona Lagoon en varen door Hele Bar Passage (althans, we denken dat het die was) de lagune uit. Een spannende Bar over een heel erg ondiep rif. Daarna motoren over heel vlak water door 'Blanche Channel'. We doen samen school en genieten van het mooie weer. Alles wat gisteren nat is geworden (raampje was niet goed dicht), hangt te drogen in de warme zon. We zijn nu officieel uit de passaatwinden. De komende maanden betekent dat veel motoren. Sinds we de propellor met Propspeed hebben behandeld, gaat dat motoren overigens perfect. 1800 toeren levert 7 knopen op en dat is snel genoeg en verbruikt maar weinig diesel. Rond 15:00 uur varen we Vonavona Lagoon binnen. Het wordt een zenuwslopende tocht. We hebben alleen een handgetekende schets uit onze 13 jaar oude pilot. Regelmatig moeten we hard in de achteruit om te voorkomen dat we op een rif varen. Toch wat verder naar links? Nee, daar is het nog ondieper. Achteruit, dan wat verder naar rechts proberen. Ja, nu wordt het weer dieper. Zo gaat het de hele tijd. We doen er uiteindelijk 2 uur over om op onze eindbestemming te komen en zijn allebei helemaal gaar. We liggen nu bij Lola Island, waar een resort is, gerund door een Amerikaan, Joe. Hier zijn we gelukkig wel welkom, kunnen we een welverdiend koud biertje drinken en er is zelfs iets dat op een strandje lijkt. Volgens Joe kun je hier rustig zwemmen, want de krokodillen zitten verderop…?? Deze lagune is werkelijk schitterend. Er wonen maar weinig mensen en die leven in simpele hutjes op de talloze eilandjes. Overal zie je kanootjes varen, hier zijn geen buitenboord motoren. Hier blijven we lekker een paar dagen liggen!