Oversteek Bay of Bengal
We zijn vertrokken! Het was een wat hectisch dagje omdat na aankomst in Port Blair bleek dat het de volgende dag Republic Day was. Alles is dan gesloten en niemand mag de haven in of uit. We besluiten dus dezelfde dag nog te vertrekken. Als we aankomen ga ik eerst zo snel mogelijk op zoek naar een oplossing voor de losgeschoten hogedrukleiding van de watermaker. Joy, onze agent, neemt me mee naar een piepklein werkplaatsje, waar een piepklein mannetje achter een gigantische draaibank staat. Ze praten wat met elkaar en daarbij schudden Indiƫrs altijd op een wat vreemde manier hun hoofd. Voor ons kan het zowel ja als nee betekenen. Het is een soort gedraai, nee meer dat gewiebel van zo'n hoedenplankhondje. Na 10 minuten volgt een geruststellend: "It can be done boss". Ik ben benieuwd. Wanneer kan het klaar zijn? Weer wat hoofdgedraai. Over twee uur. Maar dan moeten we wel wat extra betalen. Ik vraag voor de zekerheid hoeveel het allemaal gaat kosten. 200 roepies. 4 euro! Ik hou van dit land! Twee uur later halen we de slang op en hij heeft een schitterende nieuwe slang geperst en gedraaid. Echt vakwerk. Ik geef hem 400 roepies en hij kijkt me een beetje verbaasd aan. Hij heeft geen idee hoe blij we zijn dat we weer zelf water kunnen maken.
We doen de laatste inkopen, laten de mannetjes nog even uit in een grote speeltuin en klaren uit. We nemen afscheid van Vijay, onze trouwe taxichauffeur. Hij reed ons overal naartoe en dan mochten Mees en Pieter om de beurt sturen. Zelfs in het drukke verkeer van het centrum van Port Blair zat Mees nog bij hem op schoot. Als ik even een internetcafé in rende, nam Vijay de mannen mee voor een wandelingetje en gingen ze snoepjes kopen. Schitterende vent. Ook nemen we afscheid van Oumamees, het mannetje dat steeds onze dinghy aanpakte op de pier, hem poetste en er de hele dag op paste. Hij vroeg ons toen we aankwamen of we misschien een snorkelbril over hadden, dan kon hij wat meer verdienen met het poetsen van het onderwaterschip van de lokale vissertjes. Nu geven we hem een van onze reservebrillen. Hij is er dolblij mee. En we nemen afscheid van Joy, onze agent, die zoveel voor ons gedaan heeft. Het is een schitterend land. Het is er vies, overal om je heen wordt geroggeld en gespuugd. Er wordt constant en zonder reden getoeterd. Maar het is er ook knus, de mensen zijn vriendelijk en zien er schitterend uit in hun veelkleurige sari's, het eten is lekker en het is er nog spotgoedkoop.
's Avonds gaan we nog heel even slapen. Om 02:00 uur gaat de wekker en varen we in het pikkedonker uit. Toch wel weer een beetje spannend zo voor het eerst weer samen zo'n lange oversteek. We steken de grootste baai van de wereld over: de Bay of Bengal. Sri Lanka is zo'n 850 mijl varen en de wind is licht, dus we gaan er misschien wel een dag of 6 over doen. Dat is lang geleden, dat we zo lang non stop zeilden.
De eerste nacht zit er op. Er is weinig wind, zo'n 7-8 knopen, en we varen met 5 knopen de goede kant op. Prima, even rustig inkomen. We kregen net nog bezoek van een groep Spinner dolfijnen, schitterende acrobaten.